Congres online hulp 2011: een verslag
Het congres online hulpverlening 2011 in Utrecht vormde een inspirerend geheel, dat overigens uitstekend georganiseerd was. Er waren meer dan 400 deelnemers, waaronder een kleine groep enthousiastelingen uit Vlaanderen. Zestien parallelsessies boden de gelegenheid om met experts in te gaan op best practices en actuele onderwerpen uit de dagelijkse praktijk. Noodgedwongen moest je er drie kiezen.
Frank Schalken, directeur e-hulp.nl, stak onmiddellijk van wal met enkele scoops: het aantal mensen dat via internet hulp zoekt is in Nederland tussen 2007 en 2010 meer dan verdrievoudigd, stilaan beginnen meer mannen gebruik te maken van online hulpverlening, en betrokkenheid en inzet van hulpverleners blijkt de belangrijkste succesfactor voor het implementeren van online hulp.
Allereerst kwam echter de Nederlandse minister Schippers in beeld met de mededeling dat ze 2 miljoen euro wilde gaan investeren in anonieme online hulp, per jaar. Heuglijk nieuws waar toch een bijsmaakje aan bleek te zitten. Niet in het minst omdat de gezondheidszorg volgend jaar een gigantische besparing te wachten staat. De ondersteuning van de overheid zou ook enkel de Nederlandse GGZ ten goede komen, waar nogal wat congresdeelnemers zich vragen bij stelden. Waardevolle initiatieven zoals bijvoorbeeld hulpmix.nl en luisterendoog.nl zouden dus niet in aanmerking komen. Volgens Frank Schalken is het bedrag hoedanook ruim onvoldoende om de bestaande online hulp te consolideren, laat staan om nieuwe initatieven te ontwikkelen.
Zie ook het blogartikel van Frank Schalken
3 filmpjes van ervaringsdeskundigen sloten de intro af. Waarom werkt onlinehulp voor hen?
- Ervaringen met online zelfhulp: zelf inzicht krijgen
Odette had last van somberheid en licht depressieve klachten en vertelt in dit filmportret over haar ervaringen met online hulp en ondersteuning. Zij volgde de online zelfhulpcursus kleurjeleven.nl. - Ervaringen met een begeleide internetcursus: opmerkelijk persoonlijk. Freek is mantelzorger voor zijn dementerende partner en vertelt in dit filmportret over zijn ervaringen met online hulp en ondersteuning. Hij volgde de internetcursus dementiedebaas.nl.
- Ervaringen met e-mailhulpverlening: de spijker op zijn kop
Brandy had op een aantal vlakken een duwtje in de rug nodig en vertelt in dit filmportret over haar ervaringen met online hulp en ondersteuning. Zij ontving e-mailhulpverlening via de site van Kwadraad Hulp Online.
De video’s zijn te bekijken op www.youtube.com/ehulpnl
Facts & figures
Ruim 1,8 miljoen Nederlanders bezochten vorig jaar in totaal een online hulpsite voor informatie, advies en ondersteuning. Dat is een verdrievoudiging t.o.v. 2007. De overgrote meerderheid blijkt vrouw te zijn, hoewel stilaan ook meer mannen gebruikmaken van online hulpverlening. Belangrijkste motieven om online hulp te zoeken waren o.a.: anonimiteit, het gemak (niet de deur uit hoeven, tijdstip zelf bepalen) en het feit dat sommige mensen blijkbaar liever over hun problemen schrijven dan erover te praten.
Het Trimbosintituut is bezig een kwaliteitskeurmerk te ontwikkelen voor online hulp websites. Op zich een goed idee, maar waarom zich hierbij enkel richten op GGZ initiatieven? Een website zoals bijvoorbeeld Sensoor kan dan geen keurmerk krijgen, websites vanuit jeugd- of maatschappelijk werk evenmin. Op termijn kan dit verwarring stichten bij hulpvragers.
E-hulp heeft een enquête voorgelegd aan opdrachtgevers, projectleiders en projectmedewerkers van online hulp, met de vraag naar succesfactoren bij de implementatie van online hulpverlening. Als belangrijkste factor werd vernoemd: inzet en betrokkenheid van de hulpverleners. M.a.w. zonder draagvlak bij diegenen die de hulpverlening daadwerkelijk uitvoeren, staat een organisatie nergens. Hierbij de top 5 van de succesfactoren:
- Betrokkenheid en inzet van hulpverleners
- Goede communicatie richting (potentiële) cliënten
- Aandacht voor inrichten interventie, methodiek, werkproces & organisatie
- Degelijk plan
- Voldoende middelen
Meer over deze enquête op e-hulp.nl
Social Return Of Investment en 99gram.nl
Wat brengt online hulpverlening nu eigenlijk op? Door Insights International wordt een poging gedaan het rendement van online hulp te bepalen via de Social
Return on Investment methodiek. Een complex probleem zo blijkt. Niet in het minst omdat een aantal factoren moeilijk of slechts bij benadering meetbaar zijn. Interpretaties zullen dus dikwijls zeer speculatief blijven. Toch kan het verdienstelijk zijn om een poging te ondernemen, al was het maar om grondiger over een aantal zaken na te denken. Bij de mogelijke voordelen van online hulpverlening moet bijvoorbeeld niet alleen gekeken worden naar de direct betrokkenen (cliënten, hulpverleners, organiserende instanties, enz.), maar eigenlijk ook naar de ruimere context. Vanuit het publiek werden o.a. vernoemd: voordelen voor gezin en familieleden, scholen, sociale diensten, gemeenten, politie, enz. Maar hoe zet je dat om in euro’s?
Als casus werd 99gram.nl voorgesteld door Joann Hinrichs. Een sympathiek ogende website die zich richt op eetproblemen, meer bepaald boulimie. Interessant hierbij was te vernemen dat ‘boulimie’ niet het kernwoord was waarmee men zich in de eerste plaats wilde profileren. Het woord komt zelfs niet tevoorschijn op de homepagina. In de plaats daarvan wil de website meisjes en vrouwen aanspreken die geïnteresseerd zijn in ‘eten, gewicht en uiterlijk’, ook wanneer dit niet overdreven of obsessioneel is. Bezoekers kunnen een eenvoudige zelftest doen. Enkel wanneer hier alarmerende signalen uit blijken wordt er verwezen naar een grondige screening rond eetproblemen. Daarna kan nog gesuggereerd worden een online begeleiding te volgen. Vrijblijvend chatten met een deskundige behoort ook tot de mogelijkheden.
Verder werd nog proud2bme.nl vermeld. Alles wat een pro-ana website niet is.
Autismezorg 2.0
‘KannerWorld’ is een initiatief van het Dr. Leo Kannerhuis, gespecialiseerd in de behandeling van autisme. Computers en autisme blijken een goede ‘match’. Onze electronische vrienden zijn immers logisch opgebouwd, rechtlijnig, voorspelbaar en stabiel (zo lang ze niet crashen natuurlijk). Omdat mensen met autisme o.a. botsen op informatieverwerkingsproblemen, kan IT een zeer bruikbaar hulpmiddel zijn in het kader van hulpverlening. Aangezien bij autisme sprake is van ‘levensloopbegeleiding’, is het echter van belang om overmatige afhankelijkheid van hulpverlening zo veel mogelijk te voorkomen. In de presentatie van Saskia Timmer werd daarom sterk de nadruk gelegd op ‘empowerment’ of ‘het leggen van de regie bij de cliënt’.
Momenteel wordt ‘KannerWorld’ uitgetest op een groep cliënten met autisme. Het gaat om een persoonlijke en beveiligde omgeving op internet, waar gebruik kan gemaakt worden van verschillende ICT-hulpmiddelen die voor mensen met autisme zijn ontwikkeld. Deelnemers kunnen beroep doen op een dagboek, een ‘moodbox’, een module om een biografie in op te slaan en een telezorgmodule. Het geheel kan passen binnen ‘blended’ hulpverlening (combinatie face-to-face en online), maar het platform biedt ook mogelijkheden aan cliënten om (onafhankelijk van hulpverlening) gedurende verschillende fasen in hun leven de regie in eigen handen te houden.
Er wordt ook geëxperimenteerd met toepassingen op smartphones. Speciaal ontwikkelde apps kunnen ingezet worden als probleemoplosser, planningsondersteuner, stressmeter, enz. De digitale coach als ‘steun-ego’.
Meer info op www.autismeplein.nl
Ouders die zich zorgen maken over hun kind kunnen terecht op heeftmijnkindautisme.nl
Therapietrouw
Therapietrouw kan omschreven worden als de mate waarin cliënten zich aan een afgesproken therapieprogramma of behandeling houden en deze ook volledig doorlopen. Een voordeel bij online hulpverlening is dat er omwille van de systematische registratie veel cijfers beschikbaar zijn die inzicht kunnen bieden in het verloop van een behandeling, ook wat betreft voortijdige beëindiging. Voortijdige beëindiging hoeft lang niet altijd een mislukking te betekenen, want deelnemers kunnen om diverse redenen ‘afhaken’. Uit onderzoek van Marloes Postel bij alcoholdebaas.nl blijken de belangrijkste redenen:
- Omstandigheden van persoonlijke aard: te druk met werk, een ziek familielid, andere prioriteiten,…
- Ontevredenheid over de online behandeling: te tijdrovend, te veeleisend, werkwijze past niet bij voorkeur (bijvoorbeeld cliënten houden niet van lezen en schrijven in functie van de opdrachten)
- De problemen zijn reeds voldoende verbeterd: deelnemers hebben hun drinken voldoende onder controle of zijn gestopt met drinken
De laatste groep is natuurlijk interessant, zoals reeds eerder beschreven in een vroeger blogartikel over ‘drop-out’.
Verschillende doelgroepen blijken ook andere patronen te vertonen wat betreft therapietrouw. Deelnemers aan eetprobleemdebaas.nl, benzodebaas.nl en alcoholdebaas.nl zijn meer geneigd het volledige online programma te voltooien dan deelnemers aan cannabisdebaas.nl en gokkendebaas.nl. In 2010 was dat respectievelijk: 54% voor eetprobleemdebaas, 43% voor benzodebaas, 38% voor alcoholdebaas, tegenover 24% voor cannabisdebaas en 13% voor gokkendebaas.
Om therapietrouw te verhogen werden daarom een aantal veranderingen doorgevoerd, zoals:
- De mogelijkheid van e-mail alerts (deelnemers kunnen dan berichten in hun persoonlijke mailbox ontvangen, zonder telkens te moeten inloggen bij het programma)
- Herinneringsmails wanneer deelnemers gedurende een periode niet inloggen
- Flexibeler omgaan met het aanbieden van het programma, waarbij kan afgeweken worden van de volgorde van de opdrachten of opdrachten mogen overgeslagen worden
- Het bespreekbaar maken van uitval, vanaf de start van de behandeling
- Het inschakelen van ondersteunende personen uit de omgeving van de deelnemer, die eventueel door de hulpverlener kunnen gecontacteerd worden wanneer een cliënt uitvalt
De eerste resultaten hiervan wezen alvast op een gunstig effect. Het aantal deelnemers dat de behandeling bij alcoholdebaas volledig afrondde steeg naar 45%, bij gokkendebaas zelfs naar 34%. Gokkers bleken vooral behoefte te hebben aan een sneller tempo en minder rigoureuze dagelijkse registratie.
Ter info: het proefschrift van Marloes Postel over alcoholdebaas ‘Well Connected: Web-based Treatment for Problem Drinkers’ is te downloaden als pdf
Vanuit Vlaamse hoek
Tim Vanhove en Philippe Bocklandt presenteerden een onderzoek rond ‘ervaren baat bij éénmalige chathulp’. Hieruit kan besloten worden dat eenmalige chatgesprekken meestal blijken te ‘werken’. Bij 7 op 10 oproepers worden de verwachtingen ingelost, een derde vindt het zelfs (veel) beter dan verwacht. De visie van oproepers en beantwoorders loopt gelijk: een goed chatgesprek voor de oproeper is dat ook voor de beantwoorder. Meer hierover is terug te vinden in het boek ‘Niet alle smileys lachen’, dat op 30 november 2011 verschijnt en gepresenteerd wordt op een studiedag. Zie ook het blogartikel over ‘Niet alle smileys lachen’
Verder werd er wat ‘gebrainstormed’ tussen de parallelsessies door, over de verdere ontwikkeling van online hulpverlening in Vlaanderen. De one-liner van Jo Van Hecke vat het goed samen: “We moeten niet allemaal hetzelfde wiel uitvinden, maar een vrachtwagen met veel wielen kan wel meer lasten dragen”.
En tenslotte…
Op het congres viel natuurlijk nog veel meer te vernemen dan wat in dit blogartikel vermeld werd. Er waren nog presentaties rond o.a.: eTraining, gametechnologie, methodiek e-mailhulp en chathulp, online opvoedingsondersteuning, online abortusverwerking, online hulp voor mensen met een verstandelijke beperking, enz.
Op congresonlinehulp.nl vind je: de presentaties van alle sprekers, persberichten, en video- en foto impressies.
One Reply to “Congres online hulp 2011: een verslag”